Gedragsproblemen en gedragsstoornissen

Mensen zijn geneigd om voorstander te zijn van gelijke behandeling van kinderen.  Natuurlijk is dit belangrijk, maar niet realistisch. Een leerling met (mogelijke) dyslexie krijgt een vergroting, gesproken teksten of meer tijd. Ook leerlingen met gedragsproblematiek hebben andere behoeften.

Gedragsprobleem of een gedragsstoornis?


Een gedragsprobleem is niet aangeboren. Vaak ontstaat een gedragsprobleem door een verkeerde interactie met de omgeving.  Een gedragsprobleem kan worden aangepakt door de omgeving anders te laten reageren of het kind andere vaardigheden te leren.

Er wordt gesproken over een gedragsstoornis als deze niet te verhelpen is. Met deze stoornis wordt iemand geboren.  Een stoornis is over het algemeen niet te verhelpen, het kind en de omgeving moeten hiermee leren leven. De leerkracht zal proberen de problemen die gepaard gaan met deze stoornis te verminderen. Dit kan door de omgeving van het kind aan te passen. Hierbij kan worden gedacht aan een andere werkplek, eigen werk of een eigen dagritme.  Een gedragsstoornis wordt gediagnosticeerd door een psycholoog of psychiater.Een diagnose is niet altijd gewenst, maar deze kan leerkrachten (en ouders) soms wel helpen om gedrag eerder te (h)erkennen. De diagnose helpt bij het zoeken naar mogelijke aanpassingen om zo goed mogelijk met de bij de stoornis behorende problemen om te gaan.

In beide gevallen is het belangrijk dat ouders en school op één lijn zitten. Bij de aanpak van een gedragsprobleem is het belangrijk dat ouders en school met elkaar communiceren en elkaar steunen bij de aanpak van het probleem.  Bij een gedragsstoornis is dit ook belangrijk, maar is het ook belangrijk dat de omgeving begrip heeft.

bron/meer lezen:
Horeweg, A. (2014) Gedragsproblemen in  de klas – een praktisch handboek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.