Overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs

De overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is een stap die ook deze zomervakantie weer gemaakt wordt door veel leerlingen en hun ouders. Een spannende, maar ook een hele leuke stap. Hoe zal dit gaan?

Overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs

Basisschool

In Nederland is wettelijk bepaald dat ieder kind vanaf 5 jaar leerplichtig is. Dit betekent dat alle kinderen in Nederland, ook die met een andere nationaliteit naar school moeten. Sommige leerlingen kunnen vrijstelling krijgen van de leerplicht, vanwege lichamelijke of psychische oorzaken. Al vanaf vierjarige leeftijd zit het kind dus op de basisschool. Op de school komt het kind in aanraking met één, twee of drie leerkrachten per groep. Het kind weet wat het aan de leerkracht heeft en alle leerkrachten zijn bekend voor de ouders. Zo doorloopt een kind groep 1 tot en met 8, waarbij er ieder jaar mogelijk één of meerdere nieuwe leerkrachten hun bijdrage leveren aan de opvoeding van het kind. Ouders en school hebben meestal veel contact, tijdens het halen en brengen; meerdere ouderavonden, tussendoor gesprekken en via de mail, app of ander communicatiemiddel.

Het huiswerk wordt doorgegeven en zo kan je als ouder thuis je kind begeleiden bij het maken van dit werk. Soms is het even lastig, want het vermenigvuldigen en delen is wat anders dan dat de ouder zelf op school heeft gehad. Het lukt echter meestal wel om zelf het kind te begeleiden.

Voortgezet onderwijs

Dan is de stap echt aangebroken. Er is afscheid genomen van de basisschool, vaak met een schoolkamp, musical en een afscheidsfeest. Klaar om een nieuwe stap te zetten. Meestal is iedereen hier ook aan toe, alhoewel het ook een lastige stap is. Vanaf nu is het ‘not done’ wanneer je als ouder je kind nog even wegbrengt naar school (want wat zullen de anderen op school zeggen), is er veel minder contact tussen de ouder en de leraar en vaak wordt de leerstof ook een stuk moeilijker.  In één van de eerste schoolweken gaan de meeste ‘brugklassers’ direct op schoolkamp om elkaar en de docenten en mentoren beter te leren kennen. Spannend, want als ouder weet je eigenlijk niet aan wie je je kind eigenlijk meegeeft.

Daarnaast zit er voor de meeste leerlingen ook een groot verschil in het huiswerk. Op de basisschool zijn er meestal één of twee maakopdrachten en één leeropdracht per week.  Als ouder wil je je kind vaak helpen met de opdrachten die hij of zij moet maken, maar soms is deze stof echt pittig en merk je als ouder dat jij dit niet aan je kind uit kunt leggen. Gelukkig bestaan er dan initiatieven zoals de huiswerkklas op school, of bijlesmogelijkheden thuis. Zo kun je als ouder je kind toch helpen, maar dan door hulp van buitenaf te verwelkomen.

Mijn visie

Als basisschool leerkracht vind ik dat ieder kind gelijke kansen moet krijgen, vandaar dat ik dan ook geen fan ben van eindtoets-trainingen en dergelijke. Wel vind ik het belangrijk dat ieder kind thuis begeleid kan worden wanneer hij of zij dit nodig heeft. Wiskunde op het voortgezet onderwijs is heel anders dan het rekenen wat we op de basisschool doen. Daarnaast is de docent vaak maar een aantal uren per week beschikbaar voor de leerlingen, terwijl hij of zij dan uitleg moet geven aan de hele klas en niet rustig met één of twee leerlingen kan gaan zitten om te kijken wat er mis gaat. Bijles thuis is dan een uitkomst voor deze leerlingen. Op deze manier heeft iedere leerling gelijke kansen, ook de leerling waarvan de ouders hen om welke reden dan ook niet kunnen helpen met de opgaven waar hij of zij tegenaan loopt.

Laten we echter niet gaan trainen voor een eindtoets of een examen, maar oefenen om te begrijpen hoe iets zit of werkt. Oefenen om het de volgende keer wel zelf te kunnen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.